verlofganger

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verlofganger    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·lof·gan·ger

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  verlof zn  en  ganger zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verlofganger	verlofgangers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verlofganger m

1. persoon die na gedane arbeid enige tijd rust mag nemen

   ▸ Daar ging een verlofganger tekeer, werd met een deur gegooid en klapperden flarden van een lied met hun vleugels.

   ▸ Dat blijkt uit donderdag gepresenteerde gegevens van KRC Research. Hoeveel tijd de verlofganger kwijt is aan het wegwerken van alle berichten, verschilt per land en persoon. Tussen de 6 procent (Italië) en 18 procent (Duitsland) is er echter een tot twee dagen mee zoet. Zeker als zij bij terugkomst tussen de 100 en de 200 boodschappen aantreffen. Dat geldt voor 10 tot 17 procent van de ondervraagden.

2. persoon die een tijd vrijgesteld is van zekere verplichtingen

Verwante begrippen

• [1] vakantieganger

Hyponiemen

• kleinverlofganger

Vertalingen

    1. persoon die na gedane arbeid enige tijd rust mag nemen   

Engels: person on leave (en)

Gangbaarheid

• Het woord verlofganger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.