verlevendigden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·le·ven·dig·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verlevendigen |
verlevendigden
- meervoud verleden tijd van verlevendigen
- Wij verlevendigden.
- Jullie verlevendigden.
- Zij verlevendigden.
- Wij verlevendigden.