verkramptheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·krampt·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkramptheid verkramptheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verkramptheidv

  1. de mate waarin iemand gespannen is
     Ik had definitief gekozen voor de verkramptheid van de schrijftafel en de valse ontspanning van het stadscafé.[1]
     Het is vermoedelijk dat juk van verkramptheid dat zaterdag even te krap zat bij mevrouw Brogno, waarschijnlijk maandenlang ingefluisterd door haar vriend. Niet goed te praten, wel een onvermijdelijk gevolg van het werkklimaat op Het Kasteel. En kijkt u er niet van op, als het niet bij dit ene aardschokje blijft.[2]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 maart 2022 Weblink bron
    Dennis van Bergen
    “De onvermijdelijke uitbarsting van mevrouw Brogno” (15-08-2017), Tubantia