verkoopmoment
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·koop·mo·ment
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van verkopen ww en moment zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | verkoopmoment | verkoopmomenten |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het verkoopmoment o
- (economie) moment of korte periode dat men iets verkoopt
- ▸ Een veelheid aan af te beelden indicatoren moet de belegger de indruk geven dat hij het juiste aan- of verkoopmoment kan bepalen.[1]
- ▸ De vraag naar de sportwagens was vooral in Europa fors minder. Ook de verkopen tijdens de afgelopen feestdagenperiode, een belangrijk verkoopmoment, waren niet om over naar huis te schrijven.[2]
Gangbaarheid
- Het woord verkoopmoment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron H. J. Haveman“Vertrouwen centraal op Dag van het Aandeel” (31-10-2003), Reformatorisch Dagblad - ↑ Weblink bron “Miljardair Stroll werpt reddingsboei naar Aston Martin” (31-01-2020), Reformatorisch Dagblad
