verknalde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·knal·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verknallen |
verknalde
- enkelvoud verleden tijd van verknallen
- Ik verknalde.
- Jij verknalde.
- Hij, zij, het verknalde.
- Ik verknalde.
- verbogen vorm van verknald, voltooid deelwoord van verknallen