verkleurt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kleurt

Werkwoord

vervoeging van
verkleuren

verkleurt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkleuren
    • Jij verkleurt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkleuren
    • Hij verkleurt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verkleuren
    • Verkleurt!