verkiezingsstrijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kie·zings·strijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkiezingsstrijd verkiezingsstrijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verkiezingsstrijdm

  1. de competitie tussen politieke tegenstanders om de gunst van de kiezers tijdens verkiezingen
     De partijtop van CDA had eigenlijk liever geen echte verkiezingsstrijd gezien maar had gehoopt op een eenduidig verhaal met één overtuigende kandidaat van het midden. Omtzigt in de finale maakt het bestuur nóg wat zenuwachtiger, want de partij ziet hem als een soms lastig Kamerlid.[2]
     Een Franse president mag maximaal twee termijnen dienen, dus een derde verkiezingsstrijd tussen Le Pen en Macron in 2027 is uitgesloten. Tegen die tijd hoopt Macron Frankrijk "sterker en onafhankelijker" te hebben gemaakt, zei hij in zijn overwinningsspeech. "En ik ben iedereen dankbaar die mij vertrouwt om dat project de komende jaren te leiden."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Omtzigt: 'Ik ben lastig, ja, maar anders krijg je niks boven tafel'” (Zaterdag 11 juli 2020, 23:25), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Herkozen Macron wacht komende jaren een grote opdracht: verzoening van Frankrijk” (Zondag 24 april 2022, 23:20), NOS