verkeerde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·keer·de
Bijvoeglijk naamwoord
verkeerde
- verbogen vorm van de stellende trap van verkeerd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkeren |
verkeerde
- enkelvoud verleden tijd van verkeren
- Ik verkeerde.
- Jij verkeerde.
- Hij, zij, het verkeerde.
- Ik verkeerde.
- ▸ Het bijzondere aan alleen reizen is dat je nieuwe mensen ontmoet. Thuis verkeerde ik meestal in mijn vertrouwde kringetjes.[1]
- verbogen vorm van verkeerd, voltooid deelwoord van verkeren
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers