verjaren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ja·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van jaar met het voorvoegsel ver- met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verjaren
verjaarde
verjaard
zwak -d volledig

Werkwoord

verjaren

  1. ergatief het tijdstip van een bepaalde geldigheidsduur overschrijden
    • Deze strafbare daad kan niet meer vervolgd worden omdat zij al verjaard is. 
  2. ergatief enigszins ironisch de dag van de geboorte opnieuw bereiken
    • Kun je die avond komen? Ik verjaar namelijk weer eens. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be