verhypothekeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·hy·po·the·keer·de

Werkwoord

vervoeging van
verhypothekeren

verhypothekeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van verhypothekeren
    • Ik verhypothekeerde. 
    • Jij verhypothekeerde. 
    • Hij, zij, het verhypothekeerde. 
  2. verbogen vorm van verhypothekeerd, voltooid deelwoord van verhypothekeren