verhoorder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·hoor·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verhoorder verhoorders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verhoorderm

  1. (beroep) iemand die meestal op dwingende wijze vragen stelt aan een persoon in het kader van een onderzoek of verhoor
    • Ter Doest zwierf verder, kwam in Vichy-Frankrijk terecht en zat later vast in het Spaanse kamp Miranda de Ebro. Vanuit Spanje bereikte hij uiteindelijk Engeland. Zijn verhoorder beschreef hem daar als volgt: „Een zeer naïef, doch flink en moedig ventje. Zal waarschijnlijk een zeer goed soldaat worden.” Ter Doest werd later piloot bij de KLM. Hij overleed in 2006. [2] 
    • Volgens de advocaten-generaal versprak Mohamed A. zich een aantal malen tijdens verhoren op het politiebureau. Zo zei hij onder andere ,,ik remde” , en ,,ik reed om de auto’s heen”. Maar volgens A. is dat een misverstand. ,,Ik sprak steeds over ‘we’. Maar de verhoorder zei dat ik het alleen over mezelf mocht hebben.” [3] 
    • 'Ze trokken de broek van Khalid naar beneden. Hij had een wond op zijn linkerbovenbeen. De verhoorder verkrachtte hem tegen de muur. Khalid huilde en sloeg zijn hoofd tegen de muur', verklaarde de man tegen Amnesty. [4] 
    • Geen van de drie slachtoffers hebben verklaringen afgelegd bij de marechaussee. Dat komt volgens advocaat Jager mede omdat zij niet direct zijn benaderd door professionele verhoorders. Ze moesten hun verhaal doen voor een commissie van collega’s. Volgens de in militaire strafzaken gespecialiseerde raadslieden Michael Ruperti en Geert-Jan Knoops is deze gang van zaken zeer ongebruikelijk. [5] 
  2. vervuller van wensen
Synoniemen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen