verheldert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verheldert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·hel·dert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verhelderen |
verheldert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhelderen
- Jij verheldert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhelderen
- Hij verheldert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verhelderen
- Verheldert!