verhardt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·hardt

Werkwoord

vervoeging van
verharden

verhardt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verharden
    • Jij verhardt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verharden
    • Hij verhardt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verharden
    • Verhardt!