vergrootglas

Uit WikiWoordenboek
Een vergrootglas.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·groot·glas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vergrootglas vergrootglazen
verkleinwoord vergrootglaasje vergrootglaasjes

Zelfstandig naamwoord

het vergrootglaso

  1. (optica) bolle lens waardoor de voorwerpen die men bekijkt groter lijken
    • Ik ben m'n nieuwe vergrootglas kwijtgeraakt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be