vergoeden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·goe·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vergoeden |
vergoedde |
vergoed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vergoeden
- ditransitief iemand iets ~: aan iemand compensatie verlenen voor gemaakte kosten of geleden schade
- Hij kreeg die schade niet vergoed door de verzekering, omdat hij er zelf debet aan was.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. aan iemand compensatie verlenen voor gemaakte kosten of geleden schade
Gangbaarheid
- Het woord vergoeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vergoeden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ditransitief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %