vergetelheid

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ge·tel·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van 'vergetel' met het achtervoegsel -heid [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vergetelheid vergetelheden
verkleinwoord vergetelheidje vergetelheidjes

Zelfstandig naamwoord

vergetelheid v

  1. vergeetachtigheid, het vergeten worden
     Maar onlangs heeft het sukkelende Vijfde Kanaal zich aan de vergetelheid ontrukt met de lancering van een naaktkalender. Die toont zwart-witte naaktfoto's van vrouwelijke verslaggevers en presentatoren, zonder hun gezichten, zonder intiemere zones, er is geen tepel te zien. Maar iedere vrouw heeft wel een militair attribuut: een camouflagenet over de borsten, een geweer over het kruis, een paar billen op een munitiekist.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron
    Wessel de Jong
    “Oekraïense tv-zender steunt leger met naaktkalender” (Vrijdag 30 december, 21:03), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be