vergastte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·gast·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergasten |
vergastte
- enkelvoud verleden tijd van vergasten
- Ik vergastte.
- Jij vergastte.
- Hij, zij, het vergastte.
- Ik vergastte.
vervoeging van |
---|
vergasten |
vergastte