vergasten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·gas·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vergasten |
vergastte |
vergast |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
vergasten
- overgankelijk iemand ~ op iemand als gast behandelen met een maaltijd of feestelijkheid
- Daar werden we vergast op een heerlijk diner.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergassen |
vergasten
- meervoud verleden tijd van vergassen
- Wij vergasten.
- Jullie vergasten.
- Zij vergasten.
- Wij vergasten.
Gangbaarheid
- Het woord vergasten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergasten" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 75 %
- Prevalentie Vlaanderen 68 %