vergankelijkheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·gan·ke·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van vergankelijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vergankelijkheid | vergankelijkheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het vergankelijk zijn
Verwante begrippen
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vergankelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.