vergaderen
Uiterlijk
- Geluid: vergaderen (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈɣɑdərə(n) / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vər.ˈχa.də.rə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /vər.ˈɣa.də.rə(n)/
- (Limburg): /vɛr.ˈɣa.də.rə(n)/
- ver·ga·de·ren
- Afgeleid van het verouderde werkwoord gaderen met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vergaderen |
vergaderde |
vergaderd |
zwak -d | volledig |
vergaderen
- inergatief in vergadering bijeenkomen, een vergadering bijwonen
- We moeten nog een tijdstip afspreken om volgende week te vergaderen.
1. in vergadering bijeenkomen, een vergadering bijwonen
- Het woord vergaderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergaderen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %