verfrommelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verfrommelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·from·melt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verfrommelen |
verfrommelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfrommelen
- Jij verfrommelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfrommelen
- Hij verfrommelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verfrommelen
- Verfrommelt!