verfranste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verfranste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·frans·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verfransen |
verfranste
- enkelvoud verleden tijd van verfransen
- Ik verfranste.
- Jij verfranste.
- Hij, zij, het verfranste.
- Ik verfranste.
- verbogen vorm van verfranst, voltooid deelwoord van verfransen