verfraai
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·fraai
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verfraaien |
verfraai
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfraaien
- Ik verfraai.
- gebiedende wijs van verfraaien
- Verfraai!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfraaien
- Verfraai je?
Afrikaans
Woordafbreking
- ver·fraai
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
verfraai |
verfraai |
volledig |
Werkwoord
verfraai
- overgankelijk verfraaien, versieren
- «Die gordyne is verfraai met knopies en linte.»
- De gordijnen zijn met knoopjes en linten versierd.
- «Die gordyne is verfraai met knopies en linte.»