verflenst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·flenst
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verflensen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verflensen

verflenst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verflensen
    • Jij verflenst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verflensen
    • Hij verflenst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verflensen
    • Verflenst! 
vervoeging van: verflensen…
verbogen vorm: verflenste

verflenst

  1. voltooid deelwoord van verflensen