verflaag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • verf·laag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verflaag verflagen
verkleinwoord verflaagje verflaagjes

Zelfstandig naamwoord

de verflaagv / m

  1. (bouwkunde) een laag verhard, vaak met pigment gekleurd materiaal ooit aangebracht in vloeibare vorm
    • Ik heb er wel zeven verflagen van af staan schrappen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be