verfijnen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·fij·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van fijn met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verfijnen
verfijnde
verfijnd
zwak -d volledig

Werkwoord

verfijnen

  1. overgankelijk fijner of gevoeliger maken
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be