verenigingsverband
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·eni·gings·ver·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vereniging zn en verband zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verenigingsverband | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- samen met andere leden van een vereniging
- ▸ Ernst werd vanzelfsprekend lid van het Corps, en leerde in verenigingsverband zuipen.[2]
- ▸ Omdat het overgrote deel van de ongelukken met drones wordt veroorzaakt door recreatieve gebruikers van kleine drones onderzoekt het kabinet de mogelijkheid de regels voor hen strenger te maken. Zij mogen dan bijvoorbeeld alleen in verenigingsverband en boven een speciaal modelvliegterrein vliegen.[3]
- overkoepelende organisatie van verschillende verenigingen
Verwante begrippen
- [1] groepsverband
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord verenigingsverband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Kabinet op zoek naar dronesbeleid” (28-08-2015), NOS