verengelste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verengelste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·en·gels·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verengelsen |
verengelste
- enkelvoud verleden tijd van verengelsen
- Ik verengelste.
- Jij verengelste.
- Hij, zij, het verengelste.
- Ik verengelste.
- verbogen vorm van verengelst, voltooid deelwoord van verengelsen