vereende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·een·de
Bijvoeglijk naamwoord
vereende
- verbogen vorm van de stellende trap van vereend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verenen |
vereende
- enkelvoud verleden tijd van verenen
- Ik vereende.
- Jij vereende.
- Hij, zij, het vereende.
- Ik vereende.
- verbogen vorm van vereend, voltooid deelwoord van verenen
Gangbaarheid
- Het woord vereende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.