verdoolden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dool·den

Zelfstandig naamwoord

de verdooldenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verdoolde

Werkwoord

vervoeging van
verdolen

verdoolden

  1. meervoud verleden tijd van verdolen
    • Wij verdoolden. 
    • Jullie verdoolden. 
    • Zij verdoolden. 

Gangbaarheid