verdoolde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dool·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
verdolen

verdoolde

  1. enkelvoud verleden tijd van verdolen
    • Ik verdoolde. 
    • Jij verdoolde. 
    • Hij, zij, het verdoolde. 
  2. verbogen vorm van verdoold, voltooid deelwoord van verdolen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be