vercijferen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vercijferen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·cij·fe·ren

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van cijfer met het voorvoegsel ver- of afgeleid van cijferen met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
vercijferen	vercijferde	vercijferd
zwak -d	volledig

Werkwoord

vercijferen overgankelijk

1. (cryptografie) een bericht zodanig bewerken dat het alleen begrijpelijk is als men de beschikking heeft over de toegepaste code

   • De radioberichten waren vaak niet vercijferd en waren gemakkelijk te kraken. 

Synoniemen

• coderen, versleutelen

Antoniemen

• decoderen, ontcijferen

Verwante begrippen

• bericht, communicatie, datatransmissie, geheimtaal, versluiering, wachtwoord

Vertalingen

    1. coderen   

Duits: verschlüsseln (de) Engels: encode (en)

Frans: encoder (fr)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord vercijferen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.