verbum
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·bum
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘(werk)woord’ voor het eerst aangetroffen in 1552 [1]
- afkomstig uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verbum | verba |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
verbum o
- werkwoord
- De spelling van de Nederlandse verba is ook voor geboren en getogen Nederlanders vaak heel lastig.
Gangbaarheid
- Het woord verbum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "verbum" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Latijn
Zelfstandig naamwoord
verbum o
Verwante begrippen
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | verbum | verba |
genitief | verbī | verbōrum |
datief | verbō | verbīs |
accusatief | verbum | verba |
vocatief | verbum | verba |
ablatief | verbō | verbīs |