verbroddelen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verbroddelen    (hulp, bestand)
• IPA: / vərˈbrɔdələ(n) / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• ver·brod·de·len

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van broddelen met het voorvoegsel ver-

Werkwoord

verbroddelen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verbroddelen	verbroddelde	verbroddeld
zwak -d	volledig

1. op een onhandige manier iets verprutsen

   • "Nu Kerstmis 2015 voorbij is, gaan we op weg naar de jaarwisseling." Traditioneel een tijd van de oudejaarsconferences, waarvan J. Elbersen er geen een wil missen. "Ik ben alleen bang dat onze cabaretiers dit keer aan hun reguliere tijd niet genoeg hebben. Er zijn het afgelopen jaar zoveel dingen verbroddeld, dat gaat niet in een uur." Wat denkt u?  
   • Stella Artois: de Belgen zijn erin geslaagd om het enige goede in hun land te verbroddelen, door het alcoholpercentage van Stella Artois terug te brengen van 5,2 % naar 5 %.  

Synoniemen

• verhakkelen, verknallen, verpesten, verklungelen, bederven, verprutsen, verknoeien

Vertalingen

    1. op een onhandige manier iets verprutsen   

Engels: botch up (en), mess up (en), muck up (en)

Gangbaarheid

• Het woord verbroddelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.