verbreiden
Uiterlijk
- Geluid: verbreiden (hulp, bestand)
- IPA: /vər'brɛidə(n)/
- ver·brei·den
- In de betekenis van ‘verspreiden’ voor het eerst aangetroffen in 1450 [1]
- uit 1450 [2]
- afgeleid van breiden met het voorvoegsel ver-
verbreiden [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verbreiden |
verbreidde |
verbreid |
zwak -d | volledig |
- in verschillende richtingen verspreiden of uitbreiden, een groter gebied bedekken
- David Rockefeller, een van de laatste leden van de twintigste eeuwse-Amerikaanse geldadel, overleed vorige week maandag op 101-jarige leeftijd. Rockefeller, wiens vermogen werd geschat op 3,3 miljard dollar, was een diplomaat van het kapitalisme. Hij zag het als zijn taak de Amerikaanse invloed in de wereld te verbreiden, wat dan steeds ook ten goede kwam aan bank die hij leidde, Chase Manhattan.[4]
- (figuurlijk) door vertellen zorgen dat meer mensen iets weten
- De langs de Berkel oprukkende otter die inmiddels in Rekken is gesignaleerd is nieuws dat wagengroep De Huttenstea helpt verbreiden. Schoon water en vis in overvloed zijn troeven voor een oprukkende natuur.[5]
- In de laatste week van november gaf kardinaal Eijk in zijn Adventsbrief "Het geloof in Christus vieren en verbreiden in het derde milennium [sic!] van de 21ste eeuw" inzage in zijn ideeën over wat er met de katholieke kerk in het aartsbisdom Utrecht zal gebeuren en wat er volgens hem moet gebeuren.[6]
- [1] verspreiden, uitspreiden,
- [2] propageren, uitdragen, doorvertellen, rondbazuinen
- Het woord verbreiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verbreiden" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ "verbreiden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ verbreiden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Maartje Somers 1 april 2017
- ↑ Tubantia Peter Zandee 23-AUGUSTUS-2017
- ↑ Tubantia, 17 januari 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 89 %
- Prevalentie Vlaanderen 72 %