Naar inhoud springen

verblinding

Uit WikiWoordenboek
  • ver·blin·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord verblinding verblindingen
verkleinwoord

de verblindingv

  1. door een te helder licht, dat in de ogen schijnt, andere dingen niet meer kunnen zien
  2. (figuurlijk) een ding zo helder zien dat men alle andere zaken niet meer kan of wil waarnemen
     Veerman waarschuwt voor verblinding door korte termijnoplossingen. In het verplicht stellen van een bepaalde afstand tussen intensieve veeteeltbedrijven en woonkernen - de provincie Brabant overweegt die op 500 meter te stellen, dat zou leiden tot verplichte verplaatsing van honderd bedrijven - ziet hij zo'n korte termijnoplossing.[2]
     Wat een benijdenswaardige verblinding. dacht de dokter.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 april 2022 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Cees Veerman: intensieve veeteelt naar industrieterreinen” (04-06-2010), NOS
  3. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396