verblijfsverbod

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·blijfs·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verblijfsverbod verblijfsverboden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het verblijfsverbodo

  1. juridische maatregel die inhoudt dat een bepaalde persoon of personen zich op een bepaalde tijd niet op een bepaalde plaats mogen bevinden
    • Burgemeester Peter den Oudsten heeft de Enschedese binnenstad donderdagmiddag verboden voor Russen verklaard. Hij besloot tot een verblijfsverbod vanaf twee uur omdat er aanwijzingen waren dat er onder de verwachte 1500 supporters van Zenit Sint-Petersburg 'een paar honderd' waren die op rottigheid met supporters van FC Twente uit zouden zijn. [2] 
    • Mensen die op het station overlast veroorzaken kunnen een verblijfsverbod krijgen. Dat heeft de ministerraad vrijdag besloten. [3] 
    • De maatregel zou naast een uitreisverbod moeten komen, dat moet verhinderen dat potentiële jihadgangers afreizen naar bijvoorbeeld IS-gebied. De minister onderzoekt dat al wel en had het aan de Kamer overgelaten of daar een verblijfsverbod bij zou moeten komen. [4] 

Gangbaarheid

Verwijzingen