verbetert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·be·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verbeteren |
verbetert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbeteren
- Jij verbetert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbeteren
- Hij verbetert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbeteren
- Verbetert!