verbetert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·be·tert

Werkwoord

vervoeging van
verbeteren

verbetert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbeteren
    • Jij verbetert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbeteren
    • Hij verbetert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbeteren
    • Verbetert!