verbaue

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·baue
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse werkwoord verbauen
  • Afleiding van het Pennsylvania-Duitse werkwoord baue met het voorvoegsel ver-
vervoeging
tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm
hele vervoeging zie verbaue/vervoeging
onbepaalde
wijs
verbaue
verleden
tijd
(er, sie, es) hot verbaut
voltooid
deelwoord
verbaut
enkelvoud meervoud
1e persoon ich verbau mir / mer verbaue
2e persoon du verbauscht dihr / der
dihr / der
dihr / der
ihr / er
ihr / er
nihr / ner
verbaut
verbaue
verbaue
verbaut
verbaue
verbaue
3e persoon er verbaut sie verbaue
sie verbaut
es verbaut

Werkwoord

verbaue

  1. overgankelijk, (bouwkunde) door het dichtbij bouwen het uitzicht blokkeren
Verwante begrippen
Opmerkingen