verbalisant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verbalisant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ba·li·sant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verbaliseren met het achtervoegsel -ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verbalisant | verbalisanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die verbaliseert (een proces-verbaal opmaakt)
Gangbaarheid
- Het woord verbalisant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.