verbaasd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·baasd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verbazen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verbaasd verbaasder verbaasdst
verbogen verbaasde verbaasdere verbaasdste
partitief verbaasds verbaasders -

Bijvoeglijk naamwoord

verbaasd

  1. zeer verwonderd


Bijwoord

verbaasd [2] [3]

  1. zeer verwonderd
     Die keek verbaasd naar Sinterklaas en werd nog verbaasder toen deze hem vroeg of hij mee naar Holland wilde.[4]
     Verbaasd zag ik de volgende ochtend dat er een dun laagje ijs op mijn tent lag.[5]
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

verbaasd

  1. als je iets vreemd vindt omdat je het niet verwacht had
    • Verbaasd stond hij naar het afgebroken wiel te kijken. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: verbazen…
verbogen vorm: verbaasde

verbaasd

  1. voltooid deelwoord van verbazen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. verbaasd op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 11
  5. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be