verantwoordde
Uiterlijk
- ver·ant·woord·de
vervoeging van |
---|
verantwoorden |
verantwoordde
- enkelvoud verleden tijd van verantwoorden
- Ik verantwoordde.
- Jij verantwoordde.
- Hij, zij, het verantwoordde.
- Ik verantwoordde.
- Het woord verantwoordde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.