veralgemeniseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·al·ge·me·ni·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
veralgemeniseren

veralgemeniseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van veralgemeniseren
    • Ik veralgemeniseerde. 
    • Jij veralgemeniseerde. 
    • Hij, zij, het veralgemeniseerde. 
  2. verbogen vorm van veralgemeniseerd, voltooid deelwoord van veralgemeniseren