verabsoluteerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ab·so·lu·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verabsoluteren |
verabsoluteerden
- meervoud verleden tijd van verabsoluteren
- Wij verabsoluteerden.
- Jullie verabsoluteerden.
- Zij verabsoluteerden.
- Wij verabsoluteerden.
Gangbaarheid
- Het woord verabsoluteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.