veraafstaon

Uit WikiWoordenboek

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /vɐ(r)ˈaːfstɔːn/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
veraafstaon
sting veraaf, stóng veraaf
veraafgestange
klasse 8 volledig

Werkwoord

veraafstaon

  1. (Hooglimburgs) niet of verkeerd afstaan
  2. (Hooglimburgs) toestaan
  3. (Hooglimburgs) verkeerd niet toestaan
  4. (Hooglimburgs) zich niet of verkeerd afgunstig opstellen ten opzichte van iemand