veiligheidspolitie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vei·lig·heids·po·li·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veiligheidspolitie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de veiligheidspolitiev

  1. plitie die zig bezighoudt met de veiligheidssituatie
     Maar deze keer hadden het gehalte van de onthulling en de angstaanjagende voorpagina's tot gevolg gehad dat politie en veiligheidspolitie met veel geweld een vermeend nazistisch commandocentrum aanvielen dat een geheime club voor oudere homoseksuele mannen bleek te zijn.[2]
     Vooral in grote steden als Teheran valt de Veiligheidspolitie zulke feesten vaak binnen en worden de gasten gearresteerd. Na betaling van een boete wordt iedereen doorgaans weer vrijgelaten.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044640496
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron
    David Bremmer
    “Nederlandse diplomaat in Iran opgepakt voor ‘immoreel feestvieren’” (01-06-2019), Tubantia