veiligheidsinspecteur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vei·lig·heids·in·spec·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veiligheidsinspecteur veiligheidsinspecteurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de veiligheidsinspecteurm

  1. (beroep) iemand die erop toeziet dat de veiligheidsvoorschriften goed worden nageleefd
     De veiligheidsinspecteur van de Turkse rampmijn in Soma was de zwager van één van de managers van het mijnbedrijf. Hij gaf de mijn, waar 2 weken geleden 300 mijnwerkers stierven, in maart nog een ‘perfecte’ score. Dat schrijft de Turkse krant Hürriyet maandag.[2]
     Frank Wijnveld is al twintig jaar in de voetbalwereld actief als veiligheidsadviseur. Hij ziet de nieuwe richtlijnen als een stap vooruit, maar wijst erop dat eisen aan de deskundigheid en de onafhankelijkheid van de veiligheidsinspecteurs ontbreken.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Zwager manager inspecteerde Turkse rampmijn” (26-05-2014), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron “Nieuwe richtlijnen moeten AZ-achtige stadionrisico's voorkomen” (VR 10 JULI 2020), NOS