veefokker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vee·fok·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vee en fokker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veefokker | veefokkers |
verkleinwoord | veefokkertje | veefokkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de veefokker m
- (beroep) iemand die vee fokt
Gangbaarheid
- Het woord veefokker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veefokker" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be