vastrecht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vast·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vastrecht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vastrechto

  1. het bedrag dat gebruikers van gas, water en elektra betalen ongeacht hun verbruik /het vastrecht zijn de vaste kosten voor de aansluiting op de waterleiding of elektriciteitsnet, en staat los van het aantal kubieke meters gas en water dat men afneemt
    • Het vastrecht voor de waterfactuur is 'oneerlijk en onaanvaardbaar'verdeeld voor de Vlaamse gezinnen. Maar liefst 653.441 alleenstaanden moeten 86 euro betalen terwijl 223.555 gezinnen met meer dan 5 personen niets betalen voor dezelfde service, zegt Vlaams Parlementslid Rob Beenders (SP.A). Hij wil dat Vlaams minister Joke Schauvliege (CD&V), die deze ongelijkheid heeft ingevoerd, het vastrecht aanpast tot éen eerlijke bijdrage in verhouding tot de gezinssamenstelling'.[1] 
    • De nieuwe verwarming is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee van de gebruikers, stelt de Enschedese woningcorporatie. ,,Door de besparing in het gebruik van gas wordt de bijdrage voor de collectieve verwarming voor bewoners verminderd. Het vastrecht wordt met circa 4 euro per persoon verlaagd.”[2] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard 15/NOVEMBER/2017
  2. Tubantia 14-DECEMBER-2017