vastgeklonken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vast·ge·klon·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van vastklinken: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van: | vastklinken… |
verbogen vorm: | vastgeklonkene |
vastgeklonken
- voltooid deelwoord van vastklinken